Beheer
Er zijn verschillende soorten traditionele plattelandsbiotopen zoals bosweides, bebost grasland, gebieden waar vroeger aan brandlandbouw werd gedaan (slash-and-burn), kruidenrijke graslanden, oever- en overstromingsweides, moerasland en heidegebied. Vroeger werden veel van die traditionele plattelandsbiotopen gebruikt om vee te laten grazen en ook nu nog zouden heel wat van die gebieden uitstekend graasland zijn. Omdat de biotopen zo uiteenlopend zijn, zijn er ook uiteenlopende beheermethoden nodig. Het is dan ook belangrijk om rekening te houden met de biologische en cultureel-historische achtergrond om het beheer zo goed mogelijk te plannen. Daarnaast is het ook van belang om de doelstellingen van het beheer in beschouwing te nemen. Zo zijn er verschillende alternatieve beheervormen om de cultureel-historische waarde, het natuurschoon, de biodiversiteit of de economische productie in stand te houden.
Als een bebost gebied al lange tijd niet meer is begraasd, moet de dichte begroeiing onderhouden of weggehaald worden voor er grazers op gezet kunnen worden, en dat kan aanzienlijke kosten met zich meebrengen. Deze voorbereiding aan het begin kan echter ook inkomsten genereren, aangezien de gekapte struiken en bomen verkocht kunnen worden als timmerhout, brandhout of houtsnippers. Ook het gebied voorzien van omheining brengt aanzienlijke kosten met zich mee. Landbouwers kunnen een compensatie aanvragen voor de initiële voorbereiding en de omheining. Onderhoud en begrazing maken het bos open zodat er meer licht binnenkomt, hetgeen voor een gunstiger en warmer microklimaat zorgt.
Bovendien creëert de verstoring waar de begrazing voor zorgt omstandigheden waardoor er nieuwe soorten kunnen opduiken. Grazers hebben de gewoonte om zich te voeden met snelgroeiende soorten die in overvloed aanwezig zijn, waardoor er langzaamaan meer zeldzame soorten verschijnen. De combinatie van die factoren resulteert in bosweides met een hoge diversiteit. Weides moeten echter permanent beheerd worden. De initiële verbetering op het vlak van diversiteit is pas na enkele jaren zichtbaar en het is belangrijk dat het begrazingsbeheer wordt verdergezet. Bosweides die niet meer worden beheerd, krijgen opnieuw een dichtere bosbegroeiing, die doorgaans minder divers is dan bij meer open bosweides.
Begrazing is doorgaans doeltreffender dan maaien om de biodiversiteit te behouden. Aan de andere kant hebben begraasde weides en hooiland vaak een andere samenstelling qua soorten, dus in die zin vullen ze elkaar aan. De biodiversiteit heeft daarom waarschijnlijk het meest baat bij een mozaïeklandschap van weiland en hooiland.
Verschillende combinaties van grazers hebben een andere impact op de biodiversiteit. Een verschil dat ontstaat omdat paarden, koeien en schapen een voorkeur hebben voor andere soorten. Het is ook bevorderlijk voor de biodiversiteit om een tijdje te veranderen van soort grazer of verschillende soorten grazers samen in eenzelfde gebied te zetten. Niet alle grazers houden echter van dezelfde soort habitat. Paarden vertoeven bijvoorbeeld niet graag in natte zones. Koeien dan weer wel.
De graasbank (laidunpankki)
Tegenwoordig beschikt niet elk landbouwbedrijf over vee en niet elke veehouderij heeft toegang tot natuurlijk weideland. De online ‘graasbankdienst’ www.laidunpankki.fi biedt hulp om dieren en graasland te vinden. De onlinedienst bevat ook praktisch beheeradvies over natuurlijke begrazing.
Natuur als therapie / Op vakantie bij de veehouder
Om activiteiten in plattelandstoerisme te ontwikkelen is het de moeite waard om traditionele inheemse dierenrassen te overwegen, ook al groeien die misschien trager en brengen ze mogelijk minder op. Bezoekers van de boerderij zullen de traditionele rassen weten te appreciëren en de rechtstreekse verkoop van het vlees levert extra inkomsten op. Bovendien draagt het gebruik van traditionele inheemse rassen bij aan de historische waarde van de plek en sommige bezoekers zullen misschien blijven terugkeren.
Milieuovereenkomsten
Landbouwers kunnen een compensatie aanvragen voor het beheer van belangrijke biotopen en rurale landschappen. Er kunnen milieuovereenkomsten afgesloten worden voor een periode van vijf jaar en de compensatie bedraagt € 450/ha/jaar. Bij een gebied met een traditioneel plattelandsbiotoop van nationale of regionale waarde bedraagt de compensatie € 600/ha/jaar. In dat geval zijn een inventaris van het gebied en een beheerplan vereist. Bijvoederen en het gebruik van meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen zijn niet toegestaan. Commerciële bosbouwgebieden komen niet in aanmerking voor subsidies. Meer informatie bij het Finse Ministerie van Plattelandszaken www.mavi.fi.